De vier natuurkwaliteiten
De vier natuurkwaliteiten
Hippocrates en andere oude Grieken beschreven al de vier natuurkwaliteiten warm, koud, droog en vocht.
Tussen deze vier natuurkwaliteiten is er constant beweging: na een actie volgt een reactie. Bijvoorbeeld als je hebt gesport (warm) ga je daarna even rusten (koud). Als je een tijdje heel erg hebt moeten focussen (droog) ga je daarna ontspannen (vocht). Als de vier natuurkwaliteiten als methodiek wordt ingezet om klachten of situaties te beoordelen, wordt het mogelijk om deze klachten te verklaren volgens de vier natuurkwaliteiten.
Bron: èn simpel èn complex van Renée Koenders & Esther Tenhagen
De temperamenten
Een combinatie van twee natuurkwaliteiten noemen we temperamenten.
De temperamenten zijn Cholericus, Sanguinicus, Flegmaticus en een Melancholicus. Er bestaat echter niet zoiets als dat ene temperament en je kunt het ook niet los van elkaar zien. Het geeft echter wel aan waar jij je het prettigst bij voelt en waarbij en waardoor jij je weer kunt opladen. Wanneer je gezond bent, beweeg je vrij over de assen. Als er klachten zijn kan het zijn dat je niet goed luistert naar je lichaam en dat je lichaam aangeeft dat je uit balans bent.